tralaladargala.reismee.nl

Waarom wilden we hier ook alweer naar toe?

Mooie momenten

  • De droom om naar Afrika te gaan, waarom hadden we die eigenlijk? Zo af en toe zijn er momenten waarop we denken, ja hiervoor. Dit kan een wandeling zijn op de vroege (lees 7 uur) zondagochtend langs het rivierbed. Overal staan groepen hutjes en op het smalle pad komen we af en toe wat schapen en koeien tegen. Als groet steekt de herder beide handen in de lucht. Ondertussen worden we door de vogels getrakteerd op een concert van gekwetter. Bij een boom, een mooie, grote, oude boom, zo een waarvan je denkt dat hier al eeuwenlang vergaderingen onder worden belegd, staan we stil. Zo'n boom is de favouriete stek van vogels die af en aan vliegen en soms blijven zitten. Ze hebben de meest bonte kleuren en mooie vormen. Een oude dorpeling komt kijken wat we aan het doen zijn. Hij komt langzaam aanlopen op zijn plastic schoenen, stok in de hand, Arafatsjaal om zijn gerimpelde gezicht. In zijn mond zijn nog een paar tanden te bekennen. Tot zijn vreugd kunnen we hem in zijn eigen taal gedag zeggen. Hij helpt ons mee door de vogels aan te wijzen en lijkt het concept foto te begrijpen. Geinteresseerd kijkt hij mee op het schermpje.
  • ‘s Avonds, het is stil, op de krekels na. In de verte, aan de overkant van het rivierbed klinken trommels en gezang van kinderstemmen. Het is donker, echt donker. De sterren liggen als een deken over ons heen. Met ons hoofd in de nek wachten we op een beloning, een vallende ster. En nog een, en nog een.
  • Op weg naar de markt in een naburig dorp ligt een rivierbed. Er is geen brug. Veel mensen van het land komen met ossenwagens naar de markt. Om een uur of 4 keren ze in kleine colones terug om zo voor het donker thuis te zijn. Bij het rivierbed moeten de wagens zo'n drie meter steil naar beneden en daarna weer drie meter steil omhoog. De vrouwen stappen af en lopen het rivierbed door. Omdat ik niet achterop de motor durf te blijven zitten volg ik hun voorbeeld. Dat kun hun goedkeuring wel wegdragen. De ossenwagenbestuurders maken zich klaar voor de oversteek, de ossen zwaaien zenuwachtig met hun staart. Eerst aarzelend, maar daarna met stevige pas, oppassend om niet over de eigen benen te struikelen dalen ze af. De bestuurder rent mee tussen de wagen en de ossen tot hij het tempo niet meer kan bijhouden en springt dan op de wagen. Op het platte stuk moedigt hij de ossen aan sneller te lopen. En ossen kunnen hard lopen, wist je dat? De vaart hebben ze hard nodig bij de klim. Als de vaart eruit is zijn ze net boven. De vrouwen stappen in en op een normaal ossentempo vervolgt de colonne haar weg, vrolijk zwaaiend als we langrijden.
  • Een weekend in de stad geweest en op de weg terug. We rijden in de namiddag. Het is koeler en veel verkeer, wat de kans op ongewenst bezoek verkleind. Halverwege de route komen we op het hoogste punt aan en kijken uit over ‘onze vlakte' met ‘ons dorp' en haar gierstvelden. In de verte steekt de piek van Mindif trots in de hoogte. In het avondlicht vliegen de vogeltjes uit het struikgewas een eindje met ons mee. In de waterpoeltjes kijken de blote zwemmende jongetjes ons na en zwaaien de wassende vrouwen ons verlegen na. Aangekomen in het dorp worden we zoals altijd begroet door de dorpelingen, ‘hun nasara zijn weer thuis'.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!