tralaladargala.reismee.nl

Zondag bloemdag

Zondag bloemdag

Een doorsnee zondag in het dorp. Het is rustig. Het is hier altijd rustig, maar op zondag hangt er zo'n typische zondagsfeer in de lucht. En dat is op zich weer typisch, want zondag in de zin van zondag, daar doen ze hier niet aan. De winkels zijn gewoon open, en op de markt is ook wel wat activiteit te bespeuren. Langs de grote weg komt ook op zondag af en toe een taxi brush langs. Op zondag is wel de hele familie thuis, die met z'n allen in de achtertuin hangen. Gezellig.

Afgelopen zondag werd ik geroepen door mevrouw nummer 2. Het was tijd voor mijn kennismaking met de keuken van Noord-Kameroen. En dat is anders dan de keuken van Zuid-Kameroen, dat punt moest wel even gemaakt worden. Het is meer keuken du Sahel. Ik mocht op een krukje plaatsnemen naast mevrouw, met goed zicht op het open vuur en de zwartgeblakerde pot. Om haar heen stonden nog meer grote aluminium potten, een grote houten roerlepel van bijna een meter lang en nog een stuk hout om bijvoorbeeld bonen mee te pletten. Verder had ze een kind op d'r rug vastgebonden en zat het tweejarig zusje op schoot. We konden beginnen. De eerste les was een saus voor bij de bonen. Saus met gombo; een soort kleine, slijmerige komkommer, die in gedroogde en gemalen vorm als een soort kruid gebruikt wordt. De truc om dit te koken is het toevoegen van een steen, waar natrium in zit. Het brouwsel gaat er van bubbelen en schuimen, als een echte heksenketel. Na dit trucje is de saus klaar. Met grote handigheid vist ze de hete pan met twee stukjes karton als pannenlappen van het vuur.

Naast deze bonenschotel met saus moet er nog couscous gegeten worden. Dat is geen Marokaanse couscous met fruitige kruiden, maar een stevige maaltijd van gekookte bloem. De dochters worden geroepen om uit de kruik water te brengen voor deze ronde. De peuter wordt ondertussen de keuken uitgebonjourd omdat de baby aankondigd dat ze wil drinken. Het koken in het zwartgeblakerde hutje gaat ondertussen gewoon door. De rook van het droge hout verlaat via de raampjes in de vorm van oude ventilatorroosters de ‘keuken', maar toch beginnen mij ogen wat te tranen. Mevrouw heeft uiteraard nergens last van. Goed, voor de couscous neemt men dus een pan gekookt water. Om de juiste hoeveelheid hitte te verkrijgen zet je ‘het gas' hoger of lager door een stuk hout toe te voegen of weg te halen. Bij het water doe je bloem, dat laat je koken (ja, bloem kun je koken), flink roeren met je enorme roerhout (alsof je aan het roeien bent, goede training)en voila, de couscous Kameroenese stijl is klaar. Zoals altijd mocht ik niet met lege handen naar huis. En met een beetje saus erbij is het best te eten, al denkt de buurvrouw om een of andere reden dat Joost alles in zijn eentje opeet. En je komt de dag er een stuk beter mee door dan die Franse stokbroden.

Nog niet uitgebuikt van de couscous, was het alweer tijd voor de manioc. Wederom verbazing dat ik niet wist wat ik daar mee aanmoest en dat ik nog even moest checken of ik wel het juiste ‘ding' voor ogen had. Dat het bij ons kouder is, dat begrijpen ze inmiddels. Lopen mensen hier bij 15 graden met jassen, sokken en mutsen rond, wij lopen nog altijd in ons zomers kloffie, blij dat we nu eens niet om 2 uur ‘s middags in slaap vallen van de warmte. Maar dat in die kou niet alles wil groeien, dat kwartje is nog niet helemaal gevallen. Maar goed, moraal van de manioc: een nacht laten weken en dan koken en eten als een aardappel. Kind kan de was doen.

Daarna was het tijd voor les 3. Bloem maken voor de komende week. Dat bestaat uit het wassen van de gierst uit eigen voorraad en productie. Een soort wordt in melk gewassen, de anderen in water. Dat wordt dan op een mat gedroogd, zodat de volgende dag de dochters ermee naar de molenaar kunnen. Dat is iemand die in een hokje zit en helemaal wit is (een nasara in disguise) en een electrisch molen heeft, waarmee je van je gierst, tarwe of manoik bloem kan laten maken. Het klinkt allemaal simpel, maar het was een middag werk met moeders en 3 dochters. Zondag is dus bloemdag.

Ik zat net even uit te puffen van deze lessen, toen ik werd gehaald voor de volgende. Nu ik me eenmaal had aangemeld kon ik bij geen activiteit ontbreken. Jasmine ging beignetjes bakken. Ze was al de hele middag in de weer geweest met het beslag. Witte bonen wellen, velletjes verwijderen en stampen. Nu was de bakfase aangebroken. Samen met Dada zat ze over een soort wokpan gebogen, met daarin een klein beetje olie. Dada deed een voor een schepjes deeg in de pan, Jasmine draaide ze om en viste ze weer uit de pan. Een paar minuten en het beignetje was gaar. Moeders gaf af en toe commentaar over de kwaliteit van het werk. Met de grote van een kwart oliebol en een pan vol deeg ben je best een middag zoet. Na de kijksessie was het tijd voor de praktijk, ik mocht de taak van Dada overnemen. En dat was nog een hele kunst; de juiste hoeveelheid deeg, op de juiste manier in de lepel leggen en het er op de juiste manier uit laten glijden. Dat moet je niet onderschatten. Er werd natuurlijk gekeken hoe die blanke het ervan ging brengen, aangezien ik veel ‘vrouwendingen' of niet kan, of ze zien het Joost doen. Aan het gegiechel van de meisjes en de vorm van de beignet kon ik afleiden hoe goed het ging. Er passeerde wat grote beignets, daarna hele kleine en wat aparte vormen. Maar na wat oefening mocht resultaat erwat mij betreft wel wezen. Ook van de beignets kregen we veel te eten en moest er natuurlijk weer een voorraad mee naar huis. Avondeten, dat was na een dag snacken niet meer nodig. Geen culineair gebeuren maar met liefde gemaakt. Best te eten, die Kameroenese keuken.

Reacties

Reacties

Judith

Boekje uitgeven over twee jaar??? Ik vind het allemaal erg vermakelijk!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!