tralaladargala.reismee.nl

De aardbei

Gingen de eerste blogs over poepende mannen op straat, weglopende kippen, onmogelijke kleermakers, schattige buurmeisjes, allerhande transportmiddelen en kokende bloem, nu heb ik toch wat ander nieuws. De verbazing is er een beetje uit bij alles wat we om ons heen zien en horen. Nee, nu worden de ogen groter van heel andere dingen. Dus heb ik ook ander nieuws te melden. Althans, ik vind het nieuws.

Wat ik deze week namelijk graag aan jullie kwijt wil is het volgende: ik heb vorige week een aardbei gegeten. Ja, u leest het goed: een aardbei. Een echte, verse, rode en sappige aardbei. En man, wat was hij lekker. Hij was echt perfect. En het was ook nog een Kameroenese aardbei. Die zijn vrij zeldzaam, dus het was heel bijzonder dat er in mijn bakje nog 4 andere aardbeien zaten. De slagroom en aardbeienijs waren ook heel lekker, maar ik moet zeggen dat vooral de aarbeien het vermelden waard waren.

We wisten wel dat de aardbeien er heel soms waren. In het nasara-restaurant in Maroua. Wat dat is? Dat is waar je eigenlijk teveel betaalt, maar waardoor blanken denken dat het ok is. Dus de blanke gemeenschap van de stad, plus toeristen plus Kameroeners met teveel geld verzamelen zich hier. En ik moet zeggen, je kan er dingen eten die je ergens anders niet kan vinden: pizza's, een Vietnamees broodje, pasta met garnalen in roomsaus, steak met roquefortsaus, salade met geitenkaas, groentesoep, crème caramel en zelfs een uitsmijter.

Vorig jaar waren de aardbeien er naar verluid op donderdag en zondagavonden. Op mijn verjaardag gingen we uit eten. Naar het nasara restaurant. Het was zondag. Maar geen aardbeien. Een hele teleurstelling. Des te groter was de verrassing dat we dit jaar zonder ook maar enige gerucht over de aanwezigheid van aardbeien op een vrijdagavond de aardbeien op het dagmenu aantroffen. (ja, terwijl jullie het schijnen te hebben over of het stoplicht niet eerst op oranje moet voordat het op rood springt, hebben wij het over bv. aardbeien, of dat er na maanden eindelijk weer een nieuwe lading pringles in de stad is aangekomen. Zo helpen we elkaar hier de winter door. Zo loop ik ook in 2 door een andere nasara gedoneerde broeken rond, de rest is allemaal kapot. op mijn beurt heb ik een collega wat tops gegeven die in tegenstelling tot haar H&M tops niet doorschijnen).

Ik weet niet wanneer ik mijn volgende aardbei zie. Dus als u binnenkort een aardbei voor zich heeft: geniet ervan!

De uienoogst is binnen

Okee, dat verhaal over uientelers uit Baflo die hier langs zijn geweest was er een uit de categorie ‘broodje aap'. Maar de uientuin bestaat echt, en deze week was het zover; uien rooien!

In ruil voor een klein startkredietje mocht ik de helft van Sali's tuin exploiteren; door het startkrediet kon Sali de werkloze motorpomp opknappen en zaad kopen, en de afgelopen drie maanden heeft hij trouw drie keer per week de tuin van water voorzien. De pomp met benzinemotor zorgde ervoor dat de tuin, erg mooi gelegen op de oever van de rivier de Boula,van 3000 vierkante meter een groene oase in een steeds droger wordende omgeving was. Niet te geloven dat uit een gat van 8 meter diep en 10 cm doorsnee de hele dag een constante stroom water kan komen! Ook een genot voor de vogels trouwens; aan het eind van de middag kwamen honderden duiven een bad nemen in de kanaaltjes die het water naar de uien leidden.

Afgelopen week was het dus zover; uien rooien! De grond is te hard om met een schep te werken, dus was het handploegje de enige optie. Een voor een de uien uit de grond hakken zonder ze te beschadigen bleek geen kinderspel, over één omdijkt vierkantje van anderhalve vierkante meter (ong. 25 uien) deed ik zo twintig minuten. Aangezien mijn deel van de tuin meer dan 200 van die ‘'carreaux'' telde en na een uur de eerste blaren zich pijnlijk aandienden werd de inhuur van wat extra handen niet alleen economisch zinvol (voor de werkers) maar ook hard nodig, temeer daar Marjolein en ik ook nog een baan hebben en de eerste regenbuien in de lucht hingen.

En zo ging het donderdagmorgen echt los; Marjolein, ik en Sali en vijf paar sterke handen uit Ouro Zangui (zie kaartje!)wisten 11 zakken uien uit de grond te halen. Een andere meneer uit Ouro Zangui, Sanda, nam het transport voor zijn rekening; twee sterke ossen en een ietwat gammele kar bleken voldoende om de 1000 kilo uien in Dargala te krijgen (zie foto). De volgende dag bleek ook 17 zakken niet te gek.

En dan de vraag; wat te doen met twee ton uien? Aangezien het oogsttijd is en de meeste telers de boel meteen verkopen brengt een grote zak nu maar 13000 frank op (20 euro). Omdat de prijs binnen een paar weken makkelijk kan verdubbelen leek opslag een verstandige optie. Een overbuurman vond het wel een mooi verhaal en bood een kamer te huur aan.

Heel wat zweetdruppels later ligt een halve meter dikke laag uien rustig te wachten op een prijsstijging. Sali heeft een hut op zijn terrein opgeknapt om zijn uien op te slaan, een laag zand aangebracht en zelfs met een stellage een tweede laag opslag gemaakt zodat de uien nog langer keihard blijven. Aan het eind van het regenseizoen kan de prijs van een zak uien boven de 100.000 frank stijgen. Als hij dan nog tien zakken heeft liggen,........

Het halve dorp heeft het inmiddels over de uienhandel. Maar eens wat mensen aanmoedigen er ook mee aan de slag te gaan. Er kan veel, hier........

op bezoek

Hallo lieve mensen,

We komen terug! Nog niet definitief maar voor de zomer. Scholen zijn dicht, docenten keren terug naar hun dorpen, mensen gaan het veld op en de weg naar Joost zijn nieuwe dorp wordt onbegaanbaar. Prima excuus om er even tussen uit te knijpen. Op onze scheurkalender van Henk en Toos staan het aantal nachtjes dat we nog moeten slapen!

Vorig jaar hebben we overal en nergens heerlijk gegeten, geslapen en eindeloos gekletst. Dat, plus het feit dat we in Nederland nog steeds dak- en werkeloos zijn maakt dat we ons graag weer overal laten uitnodigen! We zijn er van 23 juni tot 22 augustus.

Tot gauw!!!!!

Spanned? Nou ehhh.......

Met bokkende geiten achterop de brommer en bokkende burgemeesters op kantoor lijkt ons leven hier wellicht heel avontuurlijk. Veel blogs zijn er voor bedoeld om de thuisblijver vooral te laten weten hoe stoer de blogger wel niet is en hoe avontuurlijk en wild het hier allemaal wel niet is.

Nou lieve lezer, soms is dat ook zo, maar meestal niet. Volgt ‘de reiziger' (degene die zichzelf zo betitelen zijn meestal de grootste wannabe's) gewoon de paden gebaand door de lonely planet, zo volgen wij het dagelijks leven. En met elke graad dat het warmer wordt, wordt dat saaier. De fut is er een beetje uit bij iedereen met het einde van het schooljaar in zicht en dus staan er geen revolutionaire dingen meer op stapel. Er wordt minder gewerkt en meer gesuft, afspraken beperken zich als het even kan tot het begin of einde van de dag. In de middag is mijn lichaam druk bezig om de hitte te weerstaan. En met 50 graden, een kapotte ventilator en een niet comfortabel heet huis is dat hard werken. Om energie te sparen voor dit karwij staat het verstand op nul. ‘Getting through the day' is bijna een dagtaak geworden.

Als deze dagtaak afgelopen is en we blij zijn dat het ‘maar' 40 graden is, kan het lichaam eindelijk uitrusten. Buiten op ons traditionele bed. En dan kan ik er natuurlijk een mooi verhaal van maken over hoe er een schaap naast mijn bed staat te smakken in onze Afrikaanse rurale idylle. Maar toen dat beest naast mijn hoofd mijn etensresten stond op te smikkelen dacht ik alleen maar, beest smak niet zo, ik probeer te slapen. Kut, waar zijn mijn oordoppen? Sinds iedereen buiten slaapt zijn mijn oordoppen mijn beste vrienden geworden. De buurman is namelijk heel goed in niet stil zijn. ‘King of the hill' dat hij denkt te zijn houdt hij ‘s avonds audiëntie, waarbij om beurten verschillende familieleden worden geroepen. Die komen dan achter de muur vandaan die zijn en ons huis scheidt van de onderkomens van de rest van de familie. Aan het volume af te lezen lijkt het alsof hij graag wil dat het hele dorp op de hoogte is van het wel en wee van zijn familie. Met 2 vrouwen, 13 kinderen en 3 kleinkinderen op het terrein kan zo'n avond best lang duren overigens. Een andere manier van niet stil zijn is de hele nacht met de radio of de tv aan slapen en natuurlijk het simpele snurken. En dat kan hij! Oh en dan vergeet ik nog bijna de pratende nieuwe motor van meneer. Een mooie, heel erg glimmende Chinees die praat. Wel alleen Engels, dus ik moet af en toe vertalen. Maar een Chinese motor die Engels spreekt verstaan is niet altijd eenvoudig. Voor de mensen die het nu even niet meer volgen: ik leg het nog wel een keer uit. Mijn oordoppen zijn overigens niet buurman-proof. Zover over een avontuurlijk leven in een Afrikaans dorp.

Tijd voor een ‘change of scenery', op naar Yagoua. Yagoua ligt zo'n 80 km van Dargala, door de brush richting Tsjaad (de foto's kunnen jullie al zo'n week of 2 bekijken). Opvallend was dat het 20km buiten Dargala overal een stuk groener was. Minder lege velden en minder vee die alles opvreten. Het landschap begon te glooien en de weg werd steeds zanderiger (ik begon eindelijk het begrip rivierduinen te begrijpen). En er wachtte ons een alleraardigst stadje. Een beetje zoals je je een wildwest stadje zou voorstellen. Zanderige brede wegen, een plein met een pomp, een geldtransfer, een winkel, een callbox en een salon (ok restaurant). Er was een grote markt Marokkaanse stijl en verderop nog een straatmarkt. Een keur aan verse groente en fruit was te krijgen. Daar kan Dargala echt niet aan tippen. Het centrum werd begrensd door het rivierbed van de Danay, een groene oase die werd gebruikt als groentetuin, bakstenenfabriek, graasland voor de paarden van de lamido en als flaneerboulevard. Het gonsde van de activiteit. Wederom: ook op dat vlak kan Dargala er niet aan tippen.

Grootste attractie was echter de grens. Tsjaad, wat denk je dan?: zandbak, heet, oorlog, vluchtelingen, honger, eh waar ligt dat?. Zoiets? Niet een plek die bovenaan de lijst weekendjes weg staat. Maar mooi was het. Surreëel. In een mist van stof doemde de grenspost op aan de overkant van de Logone. Piroques vervaagden als ze zich een weg baanden door het water. Bootjes gingen heen en weer over de rivier, alsof het het pondje over het Ij was, ipv de grens tussen Kameroen en Tsjaad. Wie heeft er ooit gedroomd over zo'n plek op de kaart weet dat het onmogelijk is om je voor te stellen hoe het zou zijn of dat je er überhaupt ooit zou komen. En daar sta je dan. En dan stelt het niet zoveel voor. Aan elke kant een geïmproviseerde grenspost van gevlochten matten, een vlag en een corrupte douaneambtenaar voor de deur, bootjes die met hun belading heen en weer varen, water, zand en mist. C'est tout. En toch was het betoverend. De hele ochtend hebben we gekeken naar de (smokkel?)waren en mensen die heen en weer gingen. En opeens stond Tsjaad hoger op het lijstje van weekendbestemmingen. En het was maar een steenworp van ons verwijderd. Dus stapten we ook in zo'n mooi bootje en zetten we voet aan land in Tsjaad. Wel uit het oog van de douanebeambte, dus de stempel om het te bewijzen hebben we niet. Wel de foto: Groeten uit Tsjaad, die vorige week al op de site stond. Nou, het was me wat daar in Tsjaad.

Weer terug in het bootje, terug op Kameroenese bodem, de smokkelaars uitgezwaaid en op weg naar huis. Over spannend gesproken; heel leuk die wegen door de bush, maar na 80km heb je vooral een houten kont. Op 50 km van huis mochten we nog helpen om een auto uit het zand te duwen. Geluk voor de chauffeur dat er net een vrachtwagen vol kerels langsreed, het klusje was snel geklaard. Een meneer die van de vrachtwagen (de echte taxi-brushs) kwam op me aflopen en zei: hallo Marjolein. Ik moet op de markt in Dargala al nadenken uit welk dorp mensen komen als ze me gedag zeggen, nu was ik wel even van mijn stuk gebracht. ‘Buurman van Sali',verklaarde hij snel (docent op ‘mijn' school in Hodande, neef van Ibbi en mijn grote vriend). Ah, ok. Ibbi zei al dat ik wereldberoemd ben in Hodande. Toch iets bereikt hier.

Onder het stof gaan we terug naar huis. Terug naar de spanning en sensatie van Dargala. Nog twee maanden.

Katoencowboys

Goederentransport tussen Nigeria en Noord-Kameroen is meestal eenrichtingsverkeer; heel wat mensen halen hun inkomen uit het importeren van tarwebiscuitjes, televisies, koelkasten en alles daar tussen in. Wie de beste routes kent en onderweg niet al teveel handel kwijtraakt aan geinteresseerde overheidsdienaren kan een goede boterham verdienen. De stroom loopt meestal van uit het geindustrialiseerde Nigeria naar het Noorden van Kameroen; afgezien van dikke stapels bankbiljetten levert Kameroen niet zo gek veel terug aan Nigeria. Hoewel daar sinds kort verandering in is gekomen; sinds kort vindt katoen zijn weg over de grens.

Sinds jaar en dag organiseert staatsbedrijf SODECOTON de teelt en verwerking van de katoen die door ruim 300.000 boeren wordt geteeld. De boeren krijgen daar een prijs van rond de 200 frank per kilo voor, 30 eurocent. Zelfs nu de wereldprijs voor katoen omhoog is geschoten door misoogsten in Azië krijgen de boeren nog steeds maar 30 cent, de vooraf afgesproken prijs. Heel veel keus hebben ze ook niet; het bedrijf heeft het monopolie en de boeren moeten wel aan Sodecoton leveren, want hetzelfde bedrijf levert zaad en pesticide ‘op krediet'. Een alternatief om de katoen beter te verkopen is er niet. Was er niet, tot voor kort.

Ineens werd bekend dat vlak over de grens in Nigeria opkopers actief waren die liefst duizend frank (5 keer zoveel) voor een kilootje witte pluizen willen betalen. Het gevolg; met zakken katoen volgeladen motorfietsen en oude Peugeot 504's proberen de weg naar de Nigeriaanse grens te vinden (erg mooi gezicht, drie oude Peugeots door de bush met een enorme stofwolk erachter, foto houdt u tegoed). Doet een beetje denken aan de botersmokkel naar België uit de jaren 50, weet u nog?

Ondertussen klagen directeuren en hoge overheidsbaasjes steen en been dat de boeren op deze manier een van de weinige industrieën van Noord-Kameroen om zeep helpen. Helaas leggen ze daarbij niet uit waarom de boeren maar een schamel bedragje krijgen, zelfs als de marktprijs heel erg veel hoger ligt. Niemand lijkt de vraag te willen beantwoorden wie er met de winst vandoor gaat; hoge baasjes (ongetwijfeld met politieke banden), een frans moederbedrijf of wordt de winst keurig geïnvesteerd om de verouderde fabrieken op te knappen...?

Zolang niet helder is wie er met de knikkers vandoor gaat kan ik me levendig voorstellen dat kleine boeren op deze manier wat extra's proberen te verdienen, contract of niet. En zo probeert iedereen toch goed voor zichzelf te zorgen, of dat nou volgens afspraak is of niet.

Franck de geit

Frank

Met de kippen is het niks geworden. Nel, Frida, Coby en Hilda, lang hebben we niet van ze mogen genieten. Succesvolle kippenboeren zullen we hier dus niet worden. Daarna was het stil in het dierenrijk, op de onwelkome muis/eekhoorn, huisspin of hagedis na. Oh ja, er komt ook af en toe een schaap van de buren binnenwandelen om te kijken of er nog wat valt te halen, maar dat is het verder wel.

Een paar weken geleden heeft Joost met wat vrienden besloten om eens de man uit te gaan hangen. Dat betekent bier en vlees. En je vlees bij de barbequemeneer op de hoek halen is natuurlijk niet mannelijk genoeg. Nu wil het dat levend vlees in Dargala goedkoper is dan in de stad. Het actieplan was snel gemaakt.

Zo kwam het dat we ons afgelopen dinsdag op de geiten-schapenmarkt bevonden in het kader van onze zoektocht naar een geit. De geitenmarkt bestaat uit een hoop mannetjes die of niks of een paar schapen aan een touwtje bij zich hebben en allemaal in kleine groepjes bij elkaar staan. Ze lopen wat rond, kijken wat rond, maken hier en daar een kletspraatje, zwaaien naar een bekende. Als je de hitte, de boubou's en de geiten wegdenkt zou je denken dat je in de kroeg staat. Al speurend keek ik in het rond. Niet op zoek naar de perfecte geit, maar naar oncle Yaya. Hij weet namelijk wel wat de perfecte geit voor de perfecte prijs is, in tegenstelling tot onszelf.

Geen oom Yaya maar wel de president van jeugdclub die wel even de geitexpert wilde uithangen. We liepen wat onbeduidende rondjes, knepen in wat konten en keken zo professioneel mogelijk. Voor het kippen-kopen hadden we een test meegekregen: roze kond zonder uitslag, mooie rode kam en als je in zijn vleugel knijpt gaat ie tokkelen. De geitentest is nog geen onderdeel van ons repetoire, dus gingen we af op het oordeel van onze vriend de president.

10 minuten later liepen we naar het huis van Ibrahim, met een geit aan de lijn. Al wandelend was hij gezellig aan het mekkeren, vast nieuwsgierig naar zijn nieuwe onderkomen. Dat was de tuin van Ibrahim, die net een boom gesnoeid had en zelf geen geit heeft om het loof op te eten. We bekeken samen de geit eens goed. Ibrahim was tevreden over onze aankoop. Joost stelde voor om hem Gaston te noemen maar Ibbi vond dat dit echt een Franck was. Dus zou de geit als Frank door het leven zou gaan.

Dat leven duurde niet zo lang. 4 vrolijke dagen bracht Frank door bij Ibbi. Toen was het tijd voor zijn een laatste reis. Kleine brommer, 2 personen, 2 tassen en een geit, gaat dat? Ja, dat gaat. Kameroenees recept is dat de passagier de geit op schoot neemt. Dat leek Ibbi niet zo'n goed idee. Dus ging Frank vandaag in een kartonnen doos, bovenop de tas. Zijn broertje zei dat hij Franck wel zou missen. Frank vond de hobbels in de weg niet zo'n succes en dat liet hij blijken ook. Regelmatig zag ik in mijn ooghoeken een scherpe blik. Wat zou die betekenen: zeg hallo, waar gaan we heen? Of, waarom ga je zelf niet in die doos zitten? Halverwege had hij de touwtjes om zijn benen losgekregen en voelde ik zo af en toe wat hoefjes in mijn rug. Ja, slim beestje, die Frank.

Tegen de tijd dat we in de stad waren keek hij geïnteresseerd om zich heen. In de tuin van Tom mocht hij nog even met de eendjes spelen. Daarna mocht hij aan een touwtje mee met Joost voor een wandeling door de stad op weg naar Steffen, waar de mannen die mannelijk wilden doen zich hadden verzameld. Daar begon de laatste reis naar de geitenhemel. Rust zacht Frank.

Biya de baas

Lieve lezers,

Met het Tahrir plein nog vers op het netvlies of zelfs nog op de beeldbuis leek de vorige blogpost over ‘schijn bedriegt' misschien wat bedreigend. Misschien wat minder geschokt door het hele gebeuren in de zandbak boven ons door het ontbreken van deze beelden op onze niet bestaande beeldbuis, staan ze ook niet zo op ons netvlies gedrukt. Verder is de ontbossing hier nog niet voltooid (wordt wel hard aan gewerkt, maar dat ter zijde), wat betekent dat de bevolking nog steeds genoeg bomen heeft om onder te hangen (ja ik weet het, flauwe en stereotype opmerking, maar helaas wel waar) en Dargala nog altijd zijn rustige zelf is.

Wat is het recept voor revolutie? Wanneer is deze voorgekookt? Niemand weet het. Ja, er is hier onderdrukking, net als in de zandbak. Het is lastig te beoordelen of de ene onderdrukking net zo sterk was als de ander. Landen als Libie en Tunesie hebben een goed opgeleide, jonge bevolking. Er zijn ook veel jonge Kameroenezen, maar niet veel jonge, hog opgeleide Kameroenezen. Dat maakt het recept al weer net even anders. Onderdrukking is er in vele vormen, ook niet gewelddadige. In Kameroen bestaat deze uit corruptie, een staat die net genoeg doet om de bevolking tevreden te houden en een onderwijssysteem dat er op is gericht niet-zelfdenkende en niet-vragendstellende burgers te creëren. Daarin zijn ze heel succesvol.

Iedereen heeft in Dargala een eigen stukje land en dus te eten, staatsinkomen of geen staatsinkomen. Docenten en ambtenaren, allemaal staan ze tijdens of na werktijd op hun veldje tijdens plant-en oogsttijd en iedereen accepteert dat ze tijdens kantooruren andere prioriteiten hebben dan kantoor. Mensen zijn gewend zichzelf in leven te houden en slagen daar aardig in. Problemen in de vorm van het niet hebben van de juiste papieren voor het een of ander kun je afkopen omdat het systeem corrupt is en verder worden de autoriteiten vooral genegeerd, iets wat zowel de burgers als de autoriteiten zelf niet erg lijken te vinden. Minder regels en gedoe voor de een, minder werk en minder contrôle en dus meer geld om weg te sluizen voor de ander. Het systeem van de onderdrukking werkt dus niet alleen voor de onderdrukkers zelf. En voor de twijfelaars is er altijd de uitleg: Inshallah of c'est comme ca. En aan het aantal keren per dag dat ik deze opmerkingen te horen krijg, lijkt het erop alsof deze uitleg voor zoete koek voorlopig nog geslikt wordt.

Maar Paulus Biya zet niet al zijn knikkers in op deze zoete koek. Zijn grootste verdienste (naast het vullen van wat zakken) van de afgelopen 30 jaar is dat hij het land niet een oorlog in heeft gestuurd. En als je naar onze vriendelijke buren kijkt is dat een hele prestatie, zo vinden ook zijn landgenoten. Maar Paulus heeft vast wel een beeldbuis en heeft vast ook de problemen van zijn collega dictators, eh pardon presidenten, gezien. En hij heeft de belangrijkste ingredienten achterhaalt: jong en opgeleid, dat betekent stront aan de knikker. Biya is al oud, maar nog niet seniel. Hij heeft 25.000 banen beloofd aan jonge, goed opgeleide mensen. Het resultaat: naar verluid hebben alleen al in Maroua zich 28.000 jongeren aangemeld. Onze naaister heeft 3 weken in de rij gestaan bij de prefect voor de juiste stempels om haar dossier voor de sollicitatie op orde te krijgen. Die 28.000 jongeren hadden dus geen tijd om amok te maken en zullen zich voorlopig wel koest houden in afwachting van het resultaat. En als Kameroen zijn tradities in ere houdt kan dat nog wel even duren. Tweede voordeel is dat al die benodigde stempels de staatskas met miljoenen franken sponsert, die weer gebruikt kunnen worden voor de campagne voor de komende verkiezingen.

Verder is de media stil over de protesten die er wel geweest zijn. Joost vond er een bericht over op een speciale website na veel zoeken. De communicatie als motor van de revolutiegolf lijkt hier dus nog niet te werken. Het nieuwtje bestaat niet, het vuur wordt niet aangewakkerd.

Onvrede is er. Maar of men voor het alternatief wil kiezen, daar is twijfel over. Het lijkt erop alsof nog niet alle ingrediënten verzameld zijn. Wellicht zou Kameroen als land een betere kans hebben als de boel flink wordt opgeschud maar individueel kiest men toch als eerste voor zichzelf en zijn familie. Als er iets zal gebeuren zal Douala het epicentrum zijn en dat is hier 3 dagreizen vandaan.

Dus moet nie wurrie niet lieve mensen. Kom rech met ons.

Schijn bedriegt

Schijn bedriegt

De golf van revolutie die door de Arabische wereld spoelt is hier nog niet aangekomen. Net als voorheen voor de landen die nu regelmatig in het nieuws zijn weten we in Nederland ook niet wat er in de meeste landen in de rest van Afrika aan de hand is of we vragen het ons simpelweg niet af. Geen nieuws goed nieuws? Misschien, maar het spreekwoord ‘schijn bedriegt' is hier eng vaak van toepassing (zie stuk oorlog en vrede).

Februari 2011. Alle leden van VSO Kameroen zijn bij elkaar in Yaounde. En er zijn geruchten dat er protesten worden georganiseerd! De baas verteld met een serieus gezicht dat we niet zonder ID de straat op mogen, niet moeten schrikken van meer aanwezigheid van veiligheidstroepen (wat hier ook heel goed het omgekeerde kan betekenen) en beter niet in het centrum kunnen komen. De ambassades raden hun ‘kinderen' (onderdanen) aan ‘voorzichtig' te zijn. Ja pap. Een collega die wel van een verzetje houdt vraag met een net zo serieus gezicht hoe laat het festijn begint.

Verder meldt de baas dat het in het geval het uit de hand mag lopen wel handig is dat we allemaal bij elkaar zijn in de hoofdstad vlakbij het vliegveld. Praktische man. Mij leek het een veel mooier verhaal om door een stoere Franse militair via D'Njamena geëvacueerd te worden. Nou ja, je moet wat te dromen houden zeg ik altijd. En een gratis tripje naar huis is toch ook niet gek.

We bespraken de situatie eens met Ibbi en zijn broer die in Yaounde woont. ‘He, Ibbi, ga je dan ook mee naar Europa?' 'Nee zei Ibbi, ik ben nog niet klaar om te gaan',denkend dat hij doelde op cultuurverschillen, taalbarrieres etc. Maar nee, er was een andere reden.' Ik heb mijn vaccinaties nog niet gehad, meldde hij'. ‘Ehh, welke vaccinaties?' (dacht dat ik al een keer of wat had uitgelegd dat de meeste enge ziektes hier bij ons niet (meer) bestaan). ‘Tegen de kou'. Serieus gezicht. ‘Tegen de kou?' ‘Ja tegen de kou'. Ehhh, en niet langer in staat om mijn gezicht in de plooi te houden barste ik in lachen uit. Met een ‘je bent een echt kind van de Sahel' was het gesprek afgelopen. Ik weet nog steeds niet of hij nou serieus was.

Ondertussen leek de kans op een tripje naar huis of op een stoere Franse militair te verbleken. Er pakten zich namelijk donkere wolken samen boven Yaounde. Nee, niet de spreekwoordelijke donkere wolken van onheil, maar echte donkere wolken. En dat is slecht nieuws voor de spreekwoordelijke donkere wolken. Want als het hier regent is het stil op straat. Als het regent kom je niet naar je werk. Als het regent kom je niet opdagen bij een afspraak. En dus was de grote vraag of dezelfde regel geldt voor een protestmars. De collega die informeerde naar de starttijd van het festijn ging tijdens de pauzes op onderzoek uit. Ja, er waren mensen op de been. Blanken, die netjes op de aangegeven tijd en plaats waren omdat ze ook wel van een verzetje hielden of ‘gewoon' getuige wilden zijn van geschiedenis in de maak. De broer van Ibrahim meldde dat er een paar honderd studenten op de been waren geweest (andere tijd en plaats, zoals het hier hoort)en dat er een kleine pro-Biya demonstratie was geweest, bevolkt door mensen die hiervoor hun portemonnaie met 3 euro konden vullen.

We waren al klaar om live op het rtl-nieuws te verschijnen voor een telefonisch interview: ‘we hebben op dit moment onze correspondent uit Yaounde aan de lijn'. En ik zou natuurlijk eindigen met ‘Dit was Marjolein de Haan voor rtl-nieuws, Yaounde'. Mijn 2 minutes of fame, helaas mocht het in februari 2011 niet zo zijn.

De tijd zal het leren of het de regen was of iets anders. Want de werkelijkheid is hier schijn en als een ding zeker is, is dat die bedriegt. Mocht het Ibbi dan te heet worden onder de voeten dan hoop ik dat het vaccine tegen de kou klaar is.

PS. De temperatuur was toch hoger dan we dachten. Terwijl er in de Kameroeneese media geen woord over gerept werd, zijn er tijdens protesten in Douala (meest dynamische stad van het land) toch naar schatting van mensenrechtenorganisaties 100 doden gevallen. De officiële lezing van de regering luidt dat dit er ‘slechts' 23 waren. In het Verre Noorden is het onder de bomen nog erg druk en op straat nog steeds erg rustig.